Aardrijkskunde
Maak een groep van 4 leerlingen en beantwoord onderstaande vragen zo goed mogelijk gebruik daarbij bijgeleverde bronnen en het internet. De eindopdracht is een presentatie van ongeveer 10 minuten. Gebruik bij het maken van de presentatie de punten die onder aan deze pagina staan en de verschillende punten uit het tabje beoordeling.
Natuurrampen beginnen altijd als een natuurverschijnsel. Zo zijn er bijvoorbeeld dagelijks aardbevingen/ vulkaanuitbarstingen waarover je niets in het nieuws hoort. Dit komt omdat wij een natuurverschijnsel pas een natuurramp noemen als mensen of menselijke bezittingen worden getroffen. De zeebeving in de Indische Oceaan op 26 december 2004 heeft ( helaas) voldaan aan deze criteria. Met zo’n 230.000 doden en miljarden dollars aan schade was in 2004 niet meer sprake van een natuurverschijnsel maar van een van de ergste natuurrampen uit de recente geschiedenis.
De natuurramp die plaatsvond op 26 december was dus een zeebeving maar de beving zelf was niet wat deze ramp zo dodelijk maakte. Na de beving ontstonden er vanuit de plaats waar de beving plaats had gevonden enorme vloedgolven genaamd tsunami’s die alle richtingen opgingen en eerst Indonesië troffen, vervolgens grote delen van Zuidoost-Azië raakten en uiteindelijk zelfs aan de westkust van Afrika voor grote schade zorgden.
Gif van Wikipedia hieronderhttp://commons.wikimedia.org/wiki/File:2004_Indonesia_Tsunami_Complete.gif
De zeebeving in de Indische Oceaan was een catastrofale zeebeving wat inhoudt dat het een 9 scoort op de Schaal van Richter (9,3 om precies te zijn). De ‘Schaal van Richter’ is een schaal die aard- en zeebevingen meet door te kijken naar de trilling die een beving veroorzaakt. De ‘Schaal van Richter’ loopt van 1 t/m 12 waarbij de bevingen van 10, 11 en 12 nog nooit zijn waargenomen. De zwaarste aardbeving die ooit is gemeten had een kracht op de schaal van Richter van 9.5 (de grote Chileense aardbeving).
Hier een schaal van Richter, een bruikbare maar hele grote staat ook op Wikipedia:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Schaal_van_Richter
Dat de zeebeving in de Indische Oceaan vlak bij de Indonesische kust plaats heeft gevonden is geen toeval. Dit komt namelijk door het schuiven van twee aardplaten tegen elkaar; de Indisch-Australische plaat schuift tegen de Euraziatische plaat. Deze verschuiving is niet de enige verschuiving van platen die er op de aarde voorkomt. Alle aardplaten zijn continu in beweging. Bij Aardrijkskunde wordt er onderscheid gemaakt tussen 3 soorten bewegingen. Als twee aardplaten tegen elkaar schuiven zoals bij Indonesië wordt dit een convergente beweging genoemd (Figuur 1B), schuiven de platen juist van elkaar weg dan heet dit een divergente beweging (Figuur 1A) en schuiven de platen in tegengestelde richting langs elkaar dan wordt dit een transforme beweging genoemd (Figuur 1C). Op figuur 2 zijn de verschillende platen en plaatgrenzen te zien alsmede de bewegingen die deze platen maken.

De Indisch-Australische plaat schuift dus tegen de Euraziatische plaat aan maar omdat de Indisch-Australische plaat zwaarder is duikt een deel van deze plaat onder de Euraziatische plaat zoals is afgebeeld op figuur 1B. Dit onderduiken van de Indisch-Australische plaat gaat niet gemakkelijk maar heel stroef. De platen blijven een lange tijd tegen elkaar gedrukt zonder dat er sprake is van beweging en hierdoor bouwt de druk op de platen op. Als de druk hoog genoeg is schiet de Indisch-Australische plaat in 1 keer los en schuift langs de Euraziatische plaat naar beneden (in figuur 1 afgebeeld bij de zwarte pijl) waarbij alle opgebouwde druk vrij komt. Op dat moment vindt er een aardbeving plaats en de zwaarte van de aardbeving hangt daarbij af van de hoeveelheid druk die er is opgebouwd. De druk die vóór de aardbeving van 26 december 2004 is opgebouwd moet gigantisch zijn geweest en dit is dan ook de reden geweest dat de aardbeving een catastrofaal effect heeft gehad. Naast alle druk die vrij kwam gebeurde er ook iets met al het water dat boven op de platen lag. Door de convergente beweging werd een deel van het water ineens naar beneden getrokken door de beweging van de Indisch-Australische plaat en vervolgens omhoog geduwd door de beweging van de Euraziatische plaat. Hierdoor kon de Tsunami van 26 december 2004 ontstaan (Figuur 3).

Opdrachten :
1. Maak voor de volgende vraag gebruik van het internet. Komt er vulkanisme voor in Indonesië? Zo ja, hoe ontstaat dit dan
2. Bekijk figuur 2: Gaan er in de toekomst nog meer grote aardbevingen plaatsvinden rond Indonesië?

3. Gebruik het internet. Noem naast een zeebeving nog ten minste twee manieren waardoor een tsunami kan ontstaan.
Één manier van het ontstaan van een tsunami : http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20121120_tsunami01
4. Wat is de schaal van Richter?
Gebruik de volgende bron:
5. Welke verschillende plaatbewegingen worden er bij Aardrijkskunde onderscheiden?
6. Zoek op het internet een voorbeeld van een gebied waar veel aardbevingen voorkomen als gevolg van een transvergente beweging van de platen.
7. Gebruik het internet. Geef de namen van twee eilanden die bekend staan vanwege de divergente bewegingen die de platen hier hebben.
8. Welke platen waren betrokken bij de aardbeving van 2004?
9. Wat voor soort beweging vond er plaats bij de aardbeving van 2004?
10. Gebruik het internet. Hoe heet het gebied ,waar Indonesië ook in ligt, waar de meeste convergente bewegingen voorkomen? Verklaar de naam van het gebied!
Filmpje over convergente bewegingen :http://www.youtube.com/watch?v=n0NoSHIL8ew
11. Tsunami’s en aardbevingen komen gelukkig niet in Nederland voor... Of toch wel? Zoek eens uit of er in Nederland ook aardbevingen/Tsunami’s voor komen en wat de oorzaak is van deze aardbevingen/Tsunami’s!
12. Bekijk het filmpje over de convergente bewegingen. Wat voor soort convergente beweging (welke platen waren betrokken oceanisch of continentaal) heeft gezorgd voor het ontstaan van de zeebeving in 2004?
13. Maak gebruik van het internet. Wat is een epicentrum en waar lag het epicentrum van de zeebeving in Indonesië van 2004?
14. Maak gebruik van het internet. Wat is het verschil tussen het hypocentrum en het epicentrum
Nu gaan jullie een presentatie maken van ongeveer 10 minuten. gebruik daarbij PowerPoint. Maak daarbij gebruik van relevante plaatjes en steekwoorden. Ook kan je extra punten verdienen als je het op een originele en leuke manier weet te brengen.
Punten voor de presentatie :
- De namen van de platen die betrokken waren bij de aardbeving van 26 december 2004 worden genoemd.
- Er wordt genoemd wat voor soort breuk er heeft plaatsgevonden (convergent).
- De zwaarte van de aardbeving wordt genoemd in magnitude (de schaal van Richter) of als een beschrijving van de magnitude (Catastrofaal).
- Er wordt uitgelegd hoe er een tsunami is ontstaan bij de zeebeving op 26 december 2004.
Naast de bovengenoemde punten is het verstandig om het tabje beoordelingen te bekijken zodat je een zo goed mogelijke presentatie kan houden. En bedenk dat originaliteit beloont wordt.
Maak jouw eigen website met JouwWeb